Zondag 20 november 2016
Code Oranje. Wie vindt al die codes uit?
Het oranje niveau is gereserveerd voor situaties waarin de gevolgen van het verwachte, extreme weer relatief gezien het kleinst zijn
Een Brabander werkt niet met codes. Hij kleedt zich aan en vertrekt om twee uur lang Moeder Natuur gezelschap te houden en zich te plooien naar haar grillen. En grillen heeft ze, en ze grolt zelfs af en toe. In de open vlakte daagt ze me uit, speelt ze zelfs met me. Eerbiedig buig ik het hoofd maar dan vooral om zo aërodynamisch mogelijk te zijn. Duwen, trekken… alles kraakt. Ze drijft de inspanning van dit ouder wordende lichaam tot het uiterste.
In de verte hoor ik gedonder. De wind neemt het geluid echter mee en strooit het lukraak terug uit waardoor je moeilijk kan achterhalen van waar het komt, en wat het zou kunnen zijn. Dan wordt het duidelijker. Knallen als mitrailleurvuur na elkaar. Dit zijn geweerschoten. Ezel, je had het nieuws vanochtend moeten lezen. Het oorlogsfront is vannacht met deze stormwinden naar hier overgewaaid! Neen, toch niet… Op een klein stukje veld lopen een vijftal mannen door elkaar, geweer in de hand. Jagers. Mannen en vrouwen met een Trump smile op hun gezicht die je zelfingenomen aankijken. Ze stralen van trots omdat ze op een vierkante meter alles wat beweegt en volgens hen niet humaan is, bestoken met vuursalvo’s waar een doorsnee Belgische soldaat jaloers op is want hij krijgt lang niet zoveel kogels.
De uitgangspunten van de jacht in Vlaanderen zijn het duurzaam gebruik van het wild en het voorkomen van schade
Er is maar één soort die schade toebrengt aan deze planeet en dat is de mens. Er is nog amper wild te zien in de Brabantse contreien. In de bossen worden paden afgesloten ter bescherming van het wild en enkele honderden meters verder worden deze dieren naar hartelust afgeknald.
Gelukkig is een cirkel rond wat wil zeggen dat die wind af en toe voordelig uitdraait. Spread those wings and fly away maar met al die jagers in de buurt best alleen de armen spreiden en mee suizen en zoeven al lijkt het meer op fladderen.
We duiken terug het bos in. Het bos kraakt en kreunt en zucht. De bomen gooien met de hulp van de wind hun zieke en dode takken in het rond. Best oppassen want ze houden met ons mensen geen rekening. Op de grond liggen bergen bladeren want ook die strooien de bomen lustig in het rond. Ook nu is het oppassen geblazen want ze bedekken alle mogelijke obstakels… wortels, stenen, putten gevuld met water. Heuvel op is het zwoegen en zweten, strompelen over takken en stenen en wortels maar gelukkig zonder wind. Laatste loodjes, al voelt het niet zo. Laatste rechte lijn en stop de klok maar weer.
22km in 2u09 met 465 hoogtemeters en ik schat 130 hartslag maar ik kan er 10 naast zitten 😉 Lopen in het najaar is genieten en je één voelen met de natuur.