Woensdag 8 augustus 2018
50.871441-1.577487
Klaar om te wenden… Ree!
Op de zee staat een klein beetje deining. Ik sta aan het stuurwiel van een prachtige 45 voeter die met gemak door de golven heen snijdt. Rechts ligt Cap Gris-Nez dat hoog boven ons uit torent. Het zicht bij goed weer moet prachtig zijn, denk ik bij mezelf. Hier kom ik ooit terug en in mijn hoofd begin ik reeds wilde plannen te maken over het hoe en wanneer. Veel tijd krijg ik echter niet want de schipper geeft het commando om te wenden naar bakboord en ik heb al mijn concentratie nodig om de juiste koers te volgen en de zeilen in de juiste positie te houden…
De Panne
Alle vertrek is moeilijk
Vanop het kleine balkon van ons appartement tuur ik naar de zee. Er staat wind, heel wat wind en niet in de juiste richting. Dat kan me echter niet uit mijn goed humeur halen want naar deze dag heb ik verlangd met hart en ziel. Vijftien jaar heb ik er op gewacht maar eindelijk is het zover. Ik zet koers naar Cap Gris Nez… met de fiets, vanuit De Panne. Het is ook een dubbel verlangen. Iets meer dan een jaar geleden werd ik geopereerd aan de meniscus en ik dacht toen dat ik nooit nog een meter zou lopen of fietsen.
Ik ben reeds vroeg uit de veren. Deels door de spanning, deels omdat ik geen idee heb hoelang ik er over ga rijden, laat staan dat ik er zal raken. De tocht beslaat 140 km, een route die ik online heb gevonden en hier en daar wat heb aangepast. Aangezien Frankrijk geen knooppunten kent, heb ik alles opgeladen naar mijn Garmin (eTrex 30) die op het stuur is gemonteerd. Leen en Fiebe zijn ook al wakker en ik denk dat bij hen de spanning even groot is: amper een jaar na de operatie, 1 enkele keer 140 km gereden (bij toeval na wat verloren gereden te zijn) en een hoop trail wedstrijden in gedachten waarbij ze me regelmatig moed moesten inspreken om door te gaan of waarbij ik na de wedstrijd nauwelijks op een fatsoenlijke manier met hen kon communiceren.
Een laatste check: enkele bars als eten, drank, een paar gels, gsm, ID kaart, geld, een windjack zonder mouwen, fietsketting gesmeerd, bandenspanning OK. Wat later rij ik de ondergrondse parking uit en… heb ik reeds een eerste probleem. De GPS wil niet meteen de route laden wat na een herstart gelukkig is opgelost. Ik word uitgewuifd vanop het balkon en weg zijn wij. Het begin is altijd wat moeilijk, denk ik dan maar, want wat nadien sta ik reeds terug met de voet aan de grond voor een volgend probleem. Het scherm van de GPS ververst niet automatisch terwijl ik beweeg. Alles staat goed ingesteld maar ik klik het toch nogmaals aan en hop, het is in orde. De eerste kilometers gaan vlot. Ik zit beschut tussen huizen en bomen en van wind is geen sprake. Eenmaal voorbij Adinkerke leidt de GPS me naar rechts via een smal pad over het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke en laat ik het drukke stedelijke voor even achter de rug. Links en rechts natuur met hier en daar een huis en na een kleine 8 km verlaat ik het Koninkrijk België om voor de rest van dit avontuur in Frankrijk te vertoeven. De eerste franse dorpjes hebben typische franse namen zoals Ghyvelde, Teteghem en Coudekerque. Zij vinden hun oorsprong in het middeleeuwse Graafschap Vlaanderen. Men spreekt hier een dialect van het west-vlaams. Ik vermoed dat dat totaal onverstaanbaar moet zijn.
Even buiten het dorpje Ghyvelde bel ik het thuisfront om te melden dat alles OK is. Ik heb me voorgenomen dat af en toe te doen zodat ze weten waar ik ongeveer zit. Straks komen ze me samen met vrienden oppikken op het eindpunt en op die manier hebben ze een idee hoe snel ik vorder. Rechts ligt ergens de zee en in de verte zie ik reeds de eerste industriële gebouwen van Duinkerke. Daaraan zal ik gelukkig ontsnappen want de route maakt een bocht van 90° naar links. We zijn 20 km ver en ik heb ondertussen reeds geruime tijd de wind vol op kop. Door die haakse bocht staat die effe wat in de rug en daar ben ik niet rouwig om.
Sint-Winoksbergen
Alles ademt hier geschiedenis
Na enkele kilometers rij ik via de 17e eeuwse vestingen Sint-Winoksbergen in… welja, tegenwoordig beter gekend als Bergues. Ik las een tijd voordien een vrij lijvig boek over de geschiedenis van Vlaanderen en Sint-Winoksbergen is daarin vrij belangrijk, oa als verdediging tegen invallen van de noormannen. Het is een prachtig stadje waar ik absoluut zeker naar terug kom. Alles ademt hier geschiedenis gaande van een abdij ruïne, verdedigingsgordels, meerdere oude stadspoorten tot Vlaamse bouwkunst. Klein maar niet ongeschonden de geschiedenis doorgekomen want zowel de Grote Oorlog als WO2 hebben voor verwoesting gezorgd waarbij ook het belfort sneuvelde. Het stond toen reeds bekend als mooiste van Frankrijk.
Na Bergues gaat de route verder via een eindeloze weg langs een kanaal (Canal de la Haute Colme). De wind staat pal op kop, de ondergrond bolt slecht. Hopelijk duurt dit niet te lang. Na 4 km draait de route scherp naar links, weg van het kanaal. Links en rechts veld, zover je kan zien. Route du Château, volgens de GPS moet ik hier naar rechts maar een witte plakkaat geeft aan dat het een ‘chemin privé’ betreft. Ik zoom wat uit, wat veel beter is trouwens en ik laat het voor de rest van de dag ook zo staan, en zie dat ik eenvoudig rond kan rijden. Na het kleine ommetje kom ik op een weg die stevig klimt… wel ja, tot zonet was alles plat. Nu is het op en af én wind op kop. Het heuvelachtige is plots weer terug weg en voor ik het goed en wel besef rij ik terug langs een kanaaltje om wat verderop de oversteek te maken naar… juist een volgend kanaal. Aan water geen tekort hier maar we zitten dan ook niet zover van de kust. Het gaat weer terug scherp naar rechts en nu gaan we definitief terug richting kust. Het volgend stadje is Bourbourg dat ik links laat liggen, wel eigenlijk rechts om fiets gps technisch correct te zijn. We zijn 30 km verder sinds we Bergues achter ons lieten en in de verte daagt een immense dijk op: Le PAarc. Dat is een enorm kunstmatig waterbassin net buiten Gravelines waar meerdere watersporten worden beoefend.
Gravelines – Calais – Sangatte
Terug aan zee
Ik heb ondertussen een enorme bocht omheen Duinkerke gemaakt en ben terug aan zee. Gravelines is een frans vestingstadje dat geschiedenis en gezelligheid uitstraalt. De Vlaamsche naam is Grevelingen en het is gesticht door één van de graven van Vlaanderen alhoewel het voordien ook al bestond. Via houten bruggetjes en kleine wegeltjes rij ik de stad binnen. Ook hier kom ik zeker terug. Het ziet er allemaal zo gezellig en authentiek uit. Aan de haven is het effe zoeken. De brug is onderbroken en ik moet aan de overkant zijn. Uiteindelijk kom ik op de Route des Dunes terecht die ik meerdere kilometers ga volgen. Campings en oude Duitse bunker gordels liggen hier broederlijk naast mekaar. Twaalf kilometer later, rond km 85 stop ik even om wat te eten. Voor mij ligt de Aéroport de Calais-Dunkerque waar ik eerlijk gezegd geen enkel vliegtuig zie. Lang duurt de pauze niet. Ik heb nog wel wat voor de boeg. Ik moet onder andere Calais nog door en het einde is niet vlak. Bovendien word ik alleen maar stijf als ik te lang zit. Daar heb ik bij het traillopen minder last van maar dan doen er dikwijls zoveel andere dingen pijn dat het niet opvalt.
Het gaat nu met rasse schreden naar Calais. Ik zit in het voorgeborchte en het is een kluwen aan straatjes. Het is dus oppassen geblazen en goed volgen op de GPS. Het verkeer wordt drukker. Ik zit nu in een industriezone. Op zich is het allemaal nog wel vrij groen hier. Ik rij de A216 (de grote weg vanaf de autoweg naar de ferries) onderdoor en draai rechtsaf. Het beeld verandert meteen. Ik zie verval, ik zie massa’s vuil, ik zie een busje dat met plakband aan mekaar wordt gehouden en wat verderop een groepje personen in de kant, duidelijk vluchtelingen. Ik voel me niet echt op mijn gemak en zet er wat vaart achter. Wat verderop kom ik gelukkig terug op een weg met fietsers en wandelaars. Dan gaat het weer naar rechts waardoor ik recht op de ferryhaven afsteven. Met één oog op de GPS en het andere op het verkeer baan ik me een weg doorheen de haven. Aan Fort Risban ben ik toch even de weg kwijt en moet ik me her-oriënteren. Ik moet richting Boulevard du Général de Gaulle. Veel straatnamen zijn WO2 getint: Boulevard du 8 Mai, Avenue Winston Churchill, Boulevard des Alliés. Aan de Place du Général de Gaulle gaat het naar links en dan weer naar rechts. Ik zit terug temidden van vervallen woonblokken. Ik word wat aangestaard en voel me weer niet echt op mijn gemak. Ik mis dan ook nog ergens een afslag maar raak uiteindelijk toch terug op de juiste weg. De stad ligt achter me maar ik ben ondertussen terecht gekomen in een kleine woonwijk met alleen maar doodlopende straatjes. De route op mijn GPS wijst duidelijk rechtdoor maar daar staan nu alleen maar huizen. Ik vergroot de kaart wat uit en zie een ander weg richting Sangatte. Daar moet ik heen. Ik ben blij dat ik eindelijk Calais echt achter me heb. Nooit meer, althans niet met de fiets.
Sangatte is een piepklein dorp dat volgens mij populair is dankzij de Eurotunnel. Die gaat namelijk in Sangatte de zee onder. Het is tijd voor een tweede stop en wat eten. Effe uit de wind en wat rust. Ik heb 112 km achter de kiezen en het gaat goed.
Net buiten Sangatte moet ik aan het kruisbeeld naar links, richting Peuplingues. Dat betekent klimmen. Vanaf nu is er niks nog vlak. Ofwel gaat het met een slakkegangetje omhoog ofwel in een rotvaart naar beneden. Halverwege stop ik toch even om achter me te kijken. Een prachtig zicht: beneden het strand van Sangatte, rechts de haven van Calais en op zee ferries die zelfs van hieruit supergroot lijken. En in de verte… the White Cliffs of Dover. Wow!! Ik rij verder en boven aan de top zou ik naar rechts moeten maar dat is een pad met dikke kiezels. Dat ga ik met mijn fiets niet riskeren. Ik kijk even op de GPS en rechtdoor lijkt mij best. Het eerste stuk is lichtdalend maar het laatste stuk duikt naar beneden. Eenmaal beneden gaat het alweer terug rechts naar boven richting Haute Escalles. Stevig klimmen en de afdaling mag er ook zijn… ik haal snelheden tot 60 km/u. In Haute Escalles neem ik een bocht van net geen 180° naar links en we zijn weer aan het klimmen. Prachtige natuur hier. De zee vlakbij maar toch mooi groen glooiende weides met hier en daar wat bos. Ik zit op de route du Ramsault. Boven in Ramsault slingert het weer naar beneden. 124 km ver en Wissant is vlakbij. Wissant ligt tussen Cap Blanc Nez en Cap Gris Nez, het einde is nu echt nabij.
Wissant is superdruk ondanks het feit dat het reeds late namiddag is. Ik moet gelukkig niet door het centrum. De GPS raakt effe de weg kwijt in de wirwar van straatjes maar uiteindelijk leidt de D238 me het dorp uit. Een wegwijzer geeft Tardinghen aan. Alhoewel ik naar Audinghen moet, neem ik de uitnodiging toch aan en draai rechts in. Ik heb even een emotioneel moment. Tranen rollen over de wangen. Een jaar geleden zat ik in zak en as en nu rij ik vlotjes (welja) 140 km. Na Audinghen kan ik de Cap nog niet zien en zelfs vanop de Route du Cap zie je niets. Ik passeer de Munitionsbunker van de Batterie Todt, wat verderop Framezelle en dan nog een laatste inspanning. Een laatste klimmetje en plots sta ik op de parking van de Cap. Normaalgezien mag je niet met je fiets tot aan het uitkijkpunt maar vandaag en op dit late uur mag het van mijn vrouw (en vrienden) wel. Van hieruit lijkt de kust van Engeland vlakbij. Ik denk terug aan lang geleden, daar beneden ergens, op een zeiljacht…